de dissonant

Eem album vol foto’s van gezin,

vakanties, speeltuin, feestjes,

vader, moeder, broer, zus

en ik

 

ik neem de foto’s waarop een man een goede vader doet,

scheur ze los.

een man leert kinderen fietsen, voetbal, klussen.

Ik scheur ze los en scan ze in.

De foto’s op het scherm,

samen blijheid delen,

vuistdikke knusheid,

AVRO kijken, bakjes chips

en ik

 

ik zoek rafels, barsten, scheuren,

leegte in de gezelligheid,

valse klank in harmonie.

Ik plak de foto’s op muziek,

de man blijft fietsen, voetbal, klussen,

de man die in mij zichzelf wou zien.

en ik

 

ik wilde niet wat hij gaf,

niets van hem in mij zien.

Stom geslagen door de harmonie.

gaf hij niet wat ik wilde,

en ik

 

ik beschermde de gezelligheid met afscheid,

droeg afstand als een pantser,

vond mìjn illusie.

 

De muziek stopt,

het scherm zwart,

dichte ogen zien.

Jij die gaf,

onmacht camoufleerde,

twijfels negeerde,

liefde gaf in fietsen,

voetbal,

klussen.

Kwetsbaarheid niet toonde.

 

en ik,

en ik,

jonge tranen schroeien oude wonden dicht.